e-CertNL brengt gele en rode uien van Zeeuws familiebedrijf de grens over

exportcertificaat

Een maandagmorgen. Inspecteur Rien van Ast van het Kwaliteits Controle Bureau (KCB) bezoekt de Vlissingse fabriek van MSP Onions, een Zeeuws familiebedrijf dat gespecialiseerd is in de export van gele en rode uien. Sales directeur Lindert Moerdijk wacht hem al op. De mannen kennen elkaar goed. Van Ast en zijn collega’s komen bijna dagelijks over de vloer om te kijken of de voor transport gereedstaande pallets met producten voldoen aan de eisen voor een exportcertificaat. Dat laatste is nodig om de uien letterlijk de grens over te krijgen.

'Ons bedrijf heeft ongeveer voor 98 procent omzet uit de export van uien naar Europa, Centraal- en West-Afrika, Midden- en Zuid- Amerika en Azië. Naar landen als Brazilië en Indonesië bijvoorbeeld’, vertelt Moerdijk. ‘Voor praktisch alles hebben wij een exportcertificaat nodig, zo’n 50 per week, om over de grens te opereren. Dat exportcertificaat (e-CertNL) is in feite een bewijs van goed gedrag, dus doen wij uiteraard ons uiterste best dat te behalen’, zegt hij met een lach. DICTU houdt e-CertNL draaiende.

Het familiebedrijf vond in 1951 het levenslicht toen vijf broers een loonbedrijf startten voor boeren in de regio. In 1983 werd het een zelfstandig landbouwbedrijf met veel percelen rond de fabriek. De directie bestaat inmiddels uit twee generaties Moerdijken, drie broers en hun zonen. Lindert Moerdijk werkt er sinds 2010.

Rien van Alst en Lindert Moerdijk doen inspectie

Lindert Moerdijk (l.) en Rien van Ast (r.) tijdens een uieninspectie

Volledig geautomatiseerd

De volledig geautomatiseerde fabriek die Van Ast bezoekt ligt vijf minuten van de haven vandaan. Van Ast heeft er een speciaal voor hem ingericht kantoor om zijn werk te kunnen doen. ‘Vroeger werd ik nog wel eens kriebelig als er een inspecteur op bezoek kwam’, bekent Moerdijk. ‘Maar nu het allemaal zo vlot en geautomatiseerd gaat, werkt het voor ons ook veel beter. We gebruiken e-CertNL voor de exportcertificaten en vragen digitaal via dat systeem een inspectie aan. Ik zet daarbij alles in e-CertNL, dan weet ik meteen welke eisen het land van bestemming aan het product stelt.’

Als de inspecteur langskomt, staat de te inspecteren lading al volgens planning klaar. Moerdijk: ‘Dat werkt snel en efficiënt. Eigenlijk zie ik graag dat er nog meer geautomatiseerd wordt en we bijvoorbeeld ook het exportcertificaat digitaal kunnen krijgen.’ Van Ast wijst erop dat digitale certificaten in de toekomst zeker mogelijk zijn, maar dat sommige exportlanden liever een papieren versie hebben.

‘De automatisering maakt het voor de inspecteurs ook een stuk makkelijker’, zegt Van Ast die dit werk al meer dan 30 jaar doet. ‘We inspecteren in principe net zoveel als voorheen, alleen is door de geautomatiseerde systemen het vertrouwen dat er minder afwijkingen zijn een stuk groter. Het is nu ook mogelijk om de uien inwendig te bekijken. Tegelijkertijd zijn voor de inspecteurs fysieke controles nog steeds nodig. Wil je controleren, dan moet je het product aanraken.’

Fysieke inspectie

Ze gaan de loods in, waar Van Ast ook fysiek de gele en rode uien voor de export controleert. De gele uien worden het meest verkocht. De rode ui is een gevoeliger product. Daarom is er een speciale bewaarloods voor de opslag van deze rode uien ingericht. De pallets van de 25 te inspecteren exportvrachten staan al klaar voor de inspectie. Moerdijk geeft aan dat de Europese markt door de coronamaatregelen en sluiting van veel horeca fors is gekrompen. De retailafzet nam wel toe doordat meer mensen thuis eten. ‘Maar internationaal heb ik weinig te klagen. Ik sta alleen voor logistieke uitdagingen, omdat de transportprijzen erg gestegen zijn.’

Van Ast kijkt intussen in de loods of het referentienummer van de te controleren partij uien met zijn gegevens overeenkomt en de etiketgegevens compleet zijn. Ook controleert hij steekproefsgewijs een aantal zakken. Hij neemt monsters om bijvoorbeeld de kwaliteit van de uien te checken.

Kortere inspecties

De inspecties zijn door de automatisering een stuk korter geworden. Toch is de inspecteur nog zo’n 3 tot 4 uur aan het werk om alle zendingen te kunnen bekijken. Van Ast: ‘Door e-CertNL gaat dat een stuk sneller, omdat we door dit systeem precies weten wat er geëxporteerd wordt en naar welk land. Ook weten we door de e-CertNL-handwijzer specifiek wat voor dat product de exporteisen van een land zijn.

Zo moeten de uien uiteraard goed van kwaliteit zijn en voldoen aan de fytosanitaire (plantgezondheid, red.) eisen van een bepaald land.’

Reputatie Nederland

‘Vroeger moesten we voor iedereen een eigen certificaat maken. Door e-CertNL heeft het certificaat voor elk bedrijf dezelfde opmaak’, vertelt Van Ast verder. ‘Voor de export van groenten en fruit zijn twee certificaten nodig; een kwaliteitscertificaat en een fytosanitair certificaat. e-CertNL heeft het kwaliteitscertificaat gedigitaliseerd. Hierdoor hoeven we deze dus niet meer van een natte stempel te voorzien. Onder op de certificaten staat nu ook een verificatienummer, waarmee landen het exportcertificaat kunnen controleren. Ook deze extra kwaliteitscontrole draagt bij aan de reputatie van Nederland als gewaardeerd exportland’, aldus Van Ast. Het bezoek is ten einde. Van Ast drinkt nog een kop koffie en gaat weer op weg naar de volgende controle. En de lading pallets met uien? Die vertrekt met certificaat per vrachtwagen naar de haven; op weg naar een nieuwe, verre bestemming en een tevreden klant.

150 miljard euro aan export van landbouwgoederen

e-CertNL (afkorting voor Elektronische uitwisseling im- en exportgegevens) is het systeem voor het aanvragen van certifica- ten en inspecties door het bedrijfsleven voor de import en export van landbouw- goederen en mest. Nederland exporteert jaarlijks voor 150 miljard euro aan land- bouwgoederen buiten de EU. Daaronder vallen bijvoorbeeld bloemen, planten en zaden. De controle van die producten begint al bij de aanvraag van een certificaat via e-CertNL. Daarnaast moet een bedrijf zich registreren bij de RVO/NVWA en de keuringsdienst van de eigen sector. Voor toegang tot e-CertNL is eHerkenning nodig.

Marc van Gils

Marc van Gils

Continuïteitsmanager Marc van Gils van beheerteam e-CertNL bij de NVWA staat met zijn team aan de lat van e-CertNL. ‘Het e-CertNL beheerteam bewaakt elke verandering en aanpassing en zorgt dat het systeem in de lucht blijft. De NVWA is de host van dit Publiek-Privaat Partnership. De NVWA verzorgt de vulling. Dit omvat alle activiteiten die nodig zijn om de verklaringsteksten in de tabel “eisen en dekkingen” vast te leggen en de vulling te presenteren in het voorgeschreven certificaatmodel. Het beheerteam e-CertNL is er verantwoordelijk voor dat het proces zo soepel mogelijk verloopt en ondersteunt daarvoor alle import- en exportprocessen. Daarnaast zorgen we ervoor dat de inspecteurs de aanvraag voor een exportvergunning eenvoudig en makkelijk via de applicatie kunnen beoordelen. De samenwerking met beheerder DICTU verloopt goed. We hebben met hen een werkomgeving gecreëerd waarin zo min mogelijk productieverstoringen kunnen plaatsvinden. Helaas hebben we geen invloed op de wijzigingen binnen Stakebeheer (de server tussen de computer en de gebruiker, red.) en beveiligingsissues. Als vanwege wereldwijde veiligheidsproblemen systemen worden stilgelegd, zou na de update e-CertNL als eerste weer in de lucht moeten zijn. De economische belangen zijn te groot als bedrijven vanwege een falend certificaatsysteem niet op tijd hun vracht bij een boot of vliegtuig kunnen leveren. De teams die daarover gaan, zijn zich dat te weinig bewust.’

Trots op dit in Nederland ontwikkelde systeem

Scrum master Johan Haije van DICTU is trots dat hij in opdracht van de NVWA met zijn team voor e-CertNL werkt. ‘Het is een in Nederland ontwikkeld systeem dat de export regelt van alle Nederlandse landbouwgoederen naar niet-EU-landen. We werken nu vanwege de coronamaatregelen vanuit huis. Normaal gesproken doen we dat vanuit de e-CertNL-vleugel in een dependance van de NVWA in Utrecht. Er zijn drie teams, in totaal werken er 45 man aan dit systeem, die onder regie van DICTU e-CertNL 24/7 in de lucht houden. 20 van DICTU, de anderen zijn van de NVWA. Bij verstoringen kunnen we terugvallen op vervangende hardware om te voorkomen dat exporteurs alles met de hand moeten invoeren. Bij storingen ligt de export stil en dat levert een kostenpost op voor de exporteurs en voor B.V. Nederland, omdat er dan niet geëxporteerd kan worden. Daarom is er ook altijd een team beschikbaar dat bij calamiteiten 24/7 kan invallen.’ ‘We zijn voorstander van een papierloos systeem, we werken bijvoorbeeld al op die manier voor China. Maar in Nederland moeten we met achttien verschillende sectoren afstemmen en daarvan is de uiensector er slechts één. Er zijn ook hybride oplossingen, waarbij je deels digitaal en deels met papieren uitdraaien werkt. Dus als het uienbedrijf bij zijn sector aangeeft dat het graag papierloos wil werken en dat promoot, is er ook een hybride mogelijkheid.

Johan Haije

Johan Haije

Meer Entry-artikelen lezen of aanmelden

Dit artikel is eerder verschenen in ons relatiemagazine Entry, een magazine boordevol met artikelen over de activiteiten van onze klanten, partners en DICTU zelf? Wilt u weten hoe verschillende DICTU en EZK- collega's het hybride werken in de praktijk ervaren? Of meer artikelen lezen uit Entry lezen?  Klik dan hierAanmelden voor toekomstige edities kan natuurlijk ook. U kunt op het formulier kiezen of u Entry digitaal en/of op papier wilt ontvangen.