Een vliegende start
De publieke sector trok ze altijd al. Maar dat ze als bestuurskundigen ooit binnen de muren van een ICT-uitvoeringsorganisatie zouden werken, hadden ze niet verwacht. Jelle van Nuland en Rianne Scheerhoorn werkten beiden als trainee bij DICTU. Van Nuland was DICTU’s tweede Rijkstrainee in 2015 en Scheerhoorn de meest recente in 2022. Beiden gingen aan de slag als directiesecretaris, ondersteunend in goede, duidelijke en efficiënte besluitvorming. Hoe kijken ze terug op deze ervaring? En welke lessen nemen ze nog altijd met zich mee?
DICTU was mijn eerste werkgever na mijn studie’, vertelt Scheerhoorn. ‘Ik kende de DICTU Servicedesk al van mijn afstudeerstage bij de ministeries van EZK en LNV. Maar ik had me eigenlijk nooit gerealiseerd wat er allemaal schuilgaat achter zo’n uitvoeringsorganisatie. Ik heb een heel brede interesse en ben heel nieuwsgierig naar wat de publieke sector eigenlijk allemaal te bieden heeft. Het Rijkstraineepro[1]gramma is voor mij dus de ultieme kans om erachter te komen wat bij mij past. En terwijl ik veel leer, krijg ik de kans om bij te dragen aan de maatschappelijke opgaven waarvoor we als Nederland staan.’ ‘Voordat ik bij DICTU begon, werkte ik bij een non-profit organisatie met 25 medewerkers’, vertelt Van Nuland. ‘Dat was mijn eerste werkgever nadat ik uit de collegebanken kwam. Het Rijkstraineeprogramma was voor mij een mooie ingang tot de publieke sector. Ik kreeg hier namelijk de kans om aan de slag te gaan bij verschillende ministeries en in diverse rollen. Dat gaf me een breed palet aan ervaringen, waarmee ik mezelf persoonlijk en professioneel heb ontwikkeld. En ik heb veel mensen leren kennen. Daarmee is een volgende stap altijd om de hoek.’
Bestuurskunde en ICT
‘Met een achtergrond in Bestuurskunde was het voor mij in eerste instantie een shock om bij DICTU te gaan werken, vertelt Van Nuland.
Toen ik begon, had ik eigenlijk niet door wat ICT allemaal inhield. Er ging een wereld voor me open toen ik me realiseerde dat ICT veel meer is dan het onderhouden van een laptop en telefoon. Ik vond het prettig dat ik binnen DICTU een rol kreeg die goed past bij mijn studieachtergrond. Als directiesecretaris kwam ik wel in aanraking met ICT, maar kon ik me ook bezighouden met bestuurskundige vraagstuk[1]ken. Mijn rol bestond uit twee aspecten: het adviseren van de directeur en het analyseren van de sturing van DICTU als uitvoeringsdienst. Zo was ik genoeg uit mijn comfortzone om veel te leren, maar had ik ook een stevige basis waarop ik kon terugvallen.’ ‘Als directiesecretaris leer je echt hoe een organisatie werkt’, vult Scheerhoorn aan. ‘Van het verzamelen en opstellen van stukken tot het organiseren van bijeenkomsten. Je draagt continu bij aan goede, duidelijke en efficiënte besluitvorming. Daarnaast bouw je in korte tijd een enorm netwerk op. Wat hielp, is dat ik ontzettend warm ben ontvangen binnen DICTU. Door geleidelijk kennis te maken met de organisatie en de mensen heb ik ontzettend veel geleerd.’
Kennis voor het leven
‘Vooral op het gebied van besluitvorming en het proces daaromheen heb ik ontzettend veel geleerd’, vervolgt Scheerhoorn. ‘Dat sloot heel goed aan bij mijn studieachtergrond. Ook heb ik beter leren schrijven: kort, bondig en doel[1]groepgericht. Dat is een vaardigheid die ik de rest van mijn leven met mij meeneem.’ Ook Van Nuland neemt de bij DICTU opgedane kennis nog altijd met zich mee: ‘Een van de vaardigheden die ik hier heb ontwikkeld, is het selectief omgaan met informatie. Als adviseur moet je overal een beetje van weten. Maar het inhoudelijke werk kun je beter aan de experts overlaten.’ ‘Daarnaast neem ik het besef mee dat er voor elke politieke en maatschappelijke ambitie die je wil realiseren een ICT-systeem nodig is waarmee je dat kan doen. ’Dat besef zie ik nog niet altijd terug. Tegelijker[1]tijd herken ik deze valkuil ook goed. Ik ben lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Als ik politieke uitspraken doe, dan realiseer ik me ook de gevolgen voor de uitvoering. Soms voel ik dan ook de wrijving tussen mijn ambities en de praktische uitvoerbaarheid. Dat maakt het juist zo interessant.’
Verbinding
‘Ik zou DICTU willen meegeven om zich bekend te blijven maken bij jongeren en stage- en traineeplekken aan te blijven bieden’, betoogt Scheerhoorn. ‘Juist voor jonge mensen is het een leuke en leerzame omgeving. Maar het is niet de vanzelfsprekende optie. Hoewel mijn rol niet technisch was, ontmoette ik ook mensen die zich juist met de ICT-inhoud bezighouden. Ik vond het ontzettend leuk met hoeveel enthou[1]siasme zij over hun werk vertellen. Die verbinding tussen jong en oud en tussen verschillende expertises is heel waardevol. Samen dingen doen, samen naar kantoor komen en elkaar blijven spreken!’
Nieuw perspectief
‘Mijn kijk op mijn carrière is door mijn opdracht bij DICTU veranderd’, vertelt Van Nuland. Toen ik aan het Rijkstraineeprogramma begon, wilde ik een zo politiek mogelijke plek: het liefst als adviseur of woordvoerder van een minister. Dit spreekt me nog steeds aan. Maar mijn ervaring bij DICTU heeft me laten zien dat er achter de bestuurderswereld een hele uitvoeringswereld zit die minstens zo interessant is.’